Belangrijkste akkoorden
Om in alle toonsoorten liedjes te kunnen spelen heb je minimaal eigenlijk 36 akkoorden nodig: mineur, majeur en septiem in de twaalf mogelijke toonsoorten (niet helemaal correct, maar we houden het even eenvoudig).
Vanwege de stemming van de ukelele zijn veel van die akkoorden lastig te grijpen. Het onderstaande lijstje bevat de akkoorden die je moet kunnen spelen om in de ukelelevriendelijke toonsoorten aan de gang te kunnen.
Op een ukelele speel je bijna altijd akkoorden. Daar zul je er dus een paar van moeten leren.
We beginnen met het C-akkoord
Zo'n akkoordgreep 'lezen' gaat als volgt:
- leg de ukelele even voor je op tafel met de hals van je af. Het akkoordgreep-plaatje laat de hals van de ukelele zien zoals je er nu naar kijkt;
- de verticale lijnen zijn de snaren;
- de horizontale lijnen zijn de 'fretten' - metalen staafjes dwars op de hals;
- een bolletje betekent dat er een vinger in het betreffende vakje moet komen. Voor het C-akkoord hierboven kun je het beste je ringvinger van je linkerhand gebruiken;
- een O bovenaan betekent dat de snaar 'open' is - de snaar wordt niet met een vinger afgedrukt tegen een fret.
Met dat ene akkoord kun je zelfs een paar deuntjes begeleiden:
De meeste liedjes hebben minstens twee akkoorden nodig. Het tweede akkoord dat je dan naast het C-akkoord nodig hebt is het G7-akkoord:
En dan kun je al veel meer spelen:
Met een derde akkoordje - het F-akkoord komt een enorm aantal liedjes in speelbereik.
Een o boven een snaar in zo'n diagram betekent dat de snaar 'open' is en meegespeeld mag worden.
Een x erboven geeft aan dat de snaar niet meegespeeld mag worden. Meestal betreft het de laagste of laagste twee snaren.